[tmvc_services_thumb thumb_image_size=”large”][tmvc_services_title]

OvRAN Reglement van de Orde

Artikel 1.Doelstellingen en Taken
1)De Orde heeft tot taak de bevordering van een goede beroepsuitoefening door haar leden en de behartiging van hun gemeenschappelijk belang. Haar taak omvat mede de zorg voor de eer van de stand.
2)De Orde is een platform voor zo zelfstandig mogelijke Kamers van specialisten in een bepaald advies- en/of accountancyvakgebied in de breedste zin van het woord. Deze Kamers kunnen zowel deel uitmaken van de rechtspersoonlijkheid van de Orde dan wel afzonderlijk rechtspersoonlijkheid bezitten.
3)De Orde stimuleert en faciliteert deze Kamers naar vermogen en neemt daarbij het subsidiariteitsbeginsel in acht. Het subsidiariteitsbeginsel schrijft voor dat wanneer een besluit, taak of activiteit beter door een bestaande Kamer genomen of uitgevoerd kan worden, deze taak niet door het platform uitgevoerd zal worden.
4)Kamers zijn alleen bevoegd tot het nemen van besluiten dan wel het (doen) uitvoeren van taken of activiteiten voor hun eigen leden. Besluiten, taken of activiteiten die ook andere leden van de Orde rechtstreeks raken, worden genomen dan wel uitgevoerd door het platform.
5)De Orde waakt er voor dat enigerlei ledengroepering een overheersende invloed krijgt op de besluitvorming.

Artikel 2.Inrichting
1)De Orde heeft een ledenvergadering, een bestuur, een voorzitter en zelfstandige Kamers.
2)Het aantal leden van het bestuur wordt door de ledenvergadering bepaald, doch bestaat tenminste uit een voorzitter, secretaris en penningmeester. De bestuursleden worden door de ledenvergadering uit de leden van de Orde voor een bepaald aantal jaren benoemd. Om de continuïteit van bestuur te handhaven, zal het aantal jaren per bestuurslid verschillen.
3)De jaarlijkse benoeming van bestuursleden ter vervulling van de ingevolge het tweede lid openvallende plaatsen of tussentijds ontstane vacatures, geschiedt in de bijeenkomst van de ledenvergadering, waarin het bestuur rekening en verantwoording doet.
4)De leden van het bestuur ontvangen een reis- en verblijfkosten alsmede een vacatievergoeding. Beide vergoedingen worden door de ledenvergadering vastgesteld.
5)Het Bestuur houdt een register bij van de personen die voldoen aan de kwalificaties voorgeschreven onder het hoofd inschrijving in het register.
6)Personen die zijn ingeschreven in het register doch geen lid van de Orde willen worden of blijven, kunnen daartoe een verzoek richten aan het Bestuur. Dat verzoek wordt automatisch ingewilligd.
7)Wanneer meer dan 100 leden daarom verzoeken werkt het bestuur van de Orde mee om een nieuwe zelfstandige Kamer op te richten.
8)Voor zover een zelfstandige Kamer niet anders besluit zijn de vorige leden van dit artikel ook van toepassing op iedere zelfstandige Kamer. Wanneer het bestuur van een zelfstandige Kamer disfunctioneert door de regels uit de vorige leden van dit artikel dan wel haar eigen regels ter zake niet in acht te nemen, wordt het bestuur van de Kamer drie maanden na een schriftelijke waarschuwing door het bestuur van de Orde aan de laatst functionerende bestuursleden van de Kamer vervangen door het bestuur van de Orde.

Artikel 3.Werkwijze van de organen van de Orde
1)Het bestuur roept de ledenvergadering bijeen, zo dikwijls het zulks nodig oordeelt en voorts indien ten minste veertig leden van de Orde, onder opgaaf van de te behandelen agendapunten, per post of per mail om haar bijeenroeping verzoeken. Het bestuur brengt een oproep van tenminste 40 leden zo snel als mogelijk onder aandacht van alle leden. Het bestuur bevordert de meningsvorming onder de leden over alle naar voren gebrachte agendapunten en geeft daarom ook aan de agendapunten van tenminste 40 leden dezelfde aandacht in al haar communicatiemiddelen als haar eigen agendapunten.
2)Alle communicatie binnen de Orde maakt bij voorkeur optimaal gebruik van alle beschikbare elektronische communicatiemiddelen. Alleen in uiterste noodzaak is communicatie per fysieke post toegestaan. Geen lid kan zich beroepen op het ontbreken van fysieke post als electronische communicatie mogelijk was en heeft plaatsgevonden.
3)Bij een ledenvergadering kunnen personen fysiek aanwezig zijn maar een vergadering kan ook on-line plaatsvinden zonder dat personen fysiek aanwezig zijn. Stemmingen kunnen eveneens desgewenst on-line plaatsvinden.
4)De ledenvergadering is het hoogste orgaan van de Orde. Derhalve komen aan de ledenvergadering alle rechten toe die in een democratisch organisatie aan het hoogste orgaan toekomen zoals het recht van initiatief, amendement, motie, interpellatie, het besluit of de ledenvergadering openbaar zal zijn of besloten, on-line of niet-online, en het besluit of een bepaald quorum noodzakelijk is om een besluit te nemen. Deze opsomming is niet limitatief.
5)De voorzitter van de Orde bekleedt in de bijeenkomsten van de ledenvergadering en in de bestuursvergaderingen het voorzitterschap maar kan zich ook laten vertegenwoordigen.
6)De leden van het bestuur stemmen zonder last of ruggespraak. De leden van het bestuur onthouden zich in de bestuursvergaderingen van medestemmen over aangelegenheden, die henzelf, hun echtgenoten of hun geregistreerde partners, hun bloed- of aanverwanten tot de derde graad ingesloten, degenen met wie zij in de uitoefening van een beroep voor gemene rekening of onder gemeenschappelijke naam optreden hun werknemers, hun werkgevers, hun opdrachtgevers of degenen, op wie de in de uitoefening van hun beroep verrichte werkzaamheden rechtstreeks betrekking hebben, persoonlijk aangaan.
7)Stemmingen kunnen zowel elektronisch uitgevoerd worden als door fysiek aanwezige personen.
8)Indien bij het nemen van een beslissing geen der leden stemming vraagt, is het voorstel aangenomen.
9)Een lid kan aan een ander lid schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem. Leden van het bestuur kunnen ook als gevolmachtigde optreden.
10)Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming wordt de volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist. Blanco stemmen worden voor de toepassing van dit artikel geacht niet te zijn uitgebracht.
11)Bij staking van stemmen in een ledenvergadering of in een voltallige bestuursvergadering is, indien het zaken betreft, het voorstel verworpen en beslist, indien het personen betreft, het lot.
12)De ledenvergadering kan bij verordening nadere regelen stellen betreffende haar werkwijze en die van het bestuur. Ook het bestuur kan nadere regelen stellen betreffende zijn werkwijze, voor zover niet de ledenvergadering daarin bij verordening heeft voorzien.
13)Voor zover een zelfstandige Kamer niet anders besluit zijn de vorige leden van dit artikel ook van toepassing op iedere zelfstandige Kamer.

Artikel 4.Werkwijze bij vergaderingen
1)Jaarlijks, op een door het bestuur te bepalen dag, vindt ten minste één bijeenkomst van de ledenvergadering plaats. Het bestuur draagt er zorg voor dat de volgende punten ieder jaar ten minste één maal geagendeerd worden:
a. vaststelling van de notulen van de vorige bijeenkomst van de ledenvergadering;
b. vaststelling van de rekening en verantwoording van het bestuur over het beheer van
de financiën in het afgelopen boekjaar;
c. vaststelling van de begroting van de Orde voor het komende boekjaar, alsmede zo
nodig van een aanvullende begroting voor het lopende boekjaar;
d. vaststelling van de verordening betreffende de bijdrage van de leden voor het komende
boekjaar;
e. benoeming uit de leden van een accountant, die belast is met de controle op de
financiële verantwoording, benevens een plaatsvervanger voor deze;
f. benoeming van bestuursleden;
g. benoeming van leden van de raad voor geschillen.
2)Indien omtrent enig geagendeerd onderwerp genoemd in het eerste lid geen besluit kan worden genomen in de betreffende bijeenkomst van de ledenvergadering, wordt dit agendapunt behandeld op de eerstvolgende ledenvergadering en kan hierover rechtsgeldig worden besloten.
3)Alle agendapunten worden tenminste drie weken voor de ledenvergadering verzonden aan alle leden.
4)Kandidaten voor de te vervullen vacatures kunnen worden aanbevolen, zowel door het bestuur als door ten minste vijfentwintig leden. Het bestuur deelt de namen van de door hem aanbevolen kandidaten aan de leden mede ten minste zes weken voor de datum van de bijeenkomst van de ledenvergadering. De namen van de door leden aanbevolen kandidaten dienen uiterlijk drie weken voor de datum van de bijeenkomst van de ledenvergadering bij het bestuur te worden ingediend.
5)Het bestuur vermeldt bij de agenda voor de bijeenkomst van de ledenvergadering de namen van de door het bestuur of door leden aanbevolen kandidaten. Op niet aanbevolen personen kunnen geen geldige stemmen worden uitgebracht.
6)De oproeping tot een bijeenkomst van de ledenvergadering geschiedt ten minste veertien volle dagen tevoren door toezending per e-mail aan alle leden van een agenda, onder vermelding van plaats, dag en aanvangsuur van de vergadering. De agenda en bijbehorende stukken zijn via de website van de Orde te downloaden. In spoedeisende gevallen ter beoordeling van het bestuur kan de in het eerste lid genoemde termijn worden bekort, met dien verstande dat de termijn van oproeping ten minste vijf werkdagen is.
7)Bij de oproeping voor de bijeenkomst van de ledenvergadering wordt de leden er op gewezen dat bij volmacht kan worden gestemd. Volmachtnemers kunnen zich desgewenst bij het bestuur aanmelden onder vermelding van hun standpunten. Volmachtverlening gaat via een formulier op de website. Het bestuur draagt zorg dat volmachtgever en volmachtnemer per e-mail bevestiging krijgen van hun volmachtverstrekkingen.
8)Het bestuur besluit of bij een ledenvergadering leden fysiek aanwezig dienen te zijn maar kan ook besluiten een ledenvergadering geheel on-line te laten plaatsvinden waarbij ook online kan worden gestemd.
9)Leden zijn bevoegd een amendement op een ontwerpverordening voor te stellen tot uiterlijk vijf werkdagen vóór de datum van de bijeenkomst van de ledenvergadering. Een amendement houdt een voorstel tot wijziging van een voorgelegde ontwerpverordening in en wijzigt, als het wordt aangenomen, een bepaling uit, of een gedeelte van, de ontwerpverordening. Een amendement wordt schriftelijk bij het bestuur ingediend, houdt een nauwkeurige opgave van de voorgestelde wijzigingen in en gaat vergezeld van een korte toelichting. Voor de datum van de bijeenkomst van de ledenvergadering worden de ingediende amendementen door het bestuur op de website van de Orde bekend gemaakt. Een amendement wordt ter vergadering behandeld indien het bij aanvang van de vergadering is ondertekend door ten minste tien leden. Ter bepaling van dat getal worden ook meegeteld de volmachten die een lid heeft ontvangen.
10)In een bijeenkomst van de ledenvergadering kunnen geen besluiten worden genomen over onderwerpen die niet op de agenda zijn vermeld.
11)Bij verhindering of ontstentenis van de voorzitter berust de leiding van de ledenvergadering bij de plaatsvervangend voorzitter. Indien ook de plaatsvervangend voorzitter niet in de gelegenheid is de vergadering te leiden, berust de leiding bij één van de andere bestuursleden, die daartoe door het bestuur wordt aangewezen. Indien geen van de bestuursleden aanwezig is, voorziet de ledenvergadering zelf in haar leiding.
12)In het geval van een ledenvergadering waarbij personen fysiek aanwezig kunnen zijn, kunnen tot dertig minuten na de opening van de bijeenkomst van de ledenvergadering leden worden toegelaten tot het tekenen van de presentielijst, waarna deze wordt vastgesteld en het aantal aanwezige of vertegenwoordigde stemgerechtigden wordt meegedeeld. In het geval van een ledenvergadering waarbij personen niet fysiek aanwezig kunnen zijn deelt het bestuur voorafgaande aan de vergadering het aantal stemgerechtigden mee dat on-line is vastgesteld. Nadat aldus de presentielijst is vastgesteld geldt deze als presentielijst van de vergadering ongeacht of er tijdens de vergadering leden alsnog binnenkomen respectievelijk de vergadering verlaten. Leden die zich na de vaststelling van de presentielijst ter vergadering melden, kunnen niet stemmen. Aan hen verstrekte volmachten komen te vervallen.
13)De voorzitter van de vergadering is verantwoordelijk voor de gang van zaken binnen de vergadering. Hij is bevoegd de Orde van de vergadering te bepalen en kan maatregelen nemen die noodzakelijk zijn om te komen tot een ordentelijk verloop van de vergadering. Hij houdt daarbij rekening met de noodzaak dat weloverwogen besluitvorming een weloverwogen discussie vergt ook als dat naar zijn mening gaat over verwerpelijke minderheidsstandpunten. Zo nodig kan hij besluiten de vergadering te schorsen of definitief te beëindigen met de aankondiging dat de vergadering op een latere dag wordt voortgezet of een nieuwe ledenvergadering bijeen wordt geroepen over de agendapunten waarover weloverwogen besluitvorming na een weloverwogen discussie nog niet mogelijk was. De vergadering kan een dergelijk besluit van de voorzitter niet verwerpen zelfs niet met een meerderheid van stemmen.
14)De voorzitter bepaalt bij de stemming over ontwerpverordeningen de wijze waarop gestemd zal worden. Indien de beraadslagingen zijns inziens daartoe aanleiding geven, kan hij besluiten dat eerst artikelsgewijs wordt gestemd. Indien op een ontwerpverordening amendementen zijn ingediend, wordt eerst gestemd over die amendementen. Heeft meer dan één amendement betrekking op hetzelfde onderdeel van het ontwerp, dan wordt eerst gestemd over het amendement met de verste strekking. Na een stemming over de amendementen wordt een eindstemming gehouden over het ontwerp in zijn geheel. Het bestuur is bevoegd na de eindstemming wijzigingen van redactionele aard aan te brengen in een aangenomen verordening.
15)Indien bij een stemming tussen personen niemand de volstrekte meerderheid heeft behaald, vindt een herstemming plaats. Indien ook bij deze stemming niemand de volstrekte meerderheid behaalt, wordt opnieuw gestemd tussen de twee personen, die in deze stemming de meeste stemmen verkregen. Komen door het verkrijgen van een gelijk aantal stemmen meer dan twee personen voor de tweede herstemming in aanmerking, dan beslist het lot tussen diegenen, die een gelijk aantal stemmen op zich hebben verenigd, over de vraag wie van hen aan de herstemming deelneemt of deelnemen. Tenminste drie leden verrichten alsdan de loting.
16)Indien conform is besloten tot een besloten vergadering, kan de vergadering aan de aanwezige leden geheimhouding opleggen omtrent het aldaar behandelde. De voorzitter beslist over het opmaken en de vaststelling van de notulen van een dergelijke vergadering.
17)Voor zover een zelfstandige Kamer niet anders besluit zijn de vorige leden van dit artikel ook van toepassing op iedere zelfstandige Kamer.

Artikel 5.Vervulling van de regelende en besturende taak
1)De ledenvergadering maakt de verordeningen, die zij ter vervulling van haar taken nodig oordeelt.
2)Als gevolg van het in artikel 1 omschreven subsidiariteitsbeginsel stelt de ledenvergadering ten behoeve van een goede uitoefening van de werkzaamheden van leden bij verordening alleen de gedrags- en beroepsregels, regels voor opleiding en inschrijving in het register en als lid, permanente educatie, toetsing en tuchtrecht, welke gelden voor alle leden.
3)De ledenvergadering dient tevens te bepalen welke regels van toepassing zijn op personen die wel ingeschreven zijn in het register maar op grond van artikel 2 lid 6 hebben aangegeven geen lid van de Orde te willen worden.
4)Alleen een Kamer kan daarnaast afzonderlijke aanvullende regels vaststellen maar alleen voor haar eigen leden. Deze regels mogen niet strijdig zijn met de regels uit de beide voorgaande leden van dit artikel.
5)Zowel de ledenvergadering, het bestuur als de Kamers kunnen hun taken delegeren aan nader aan te wijzen (rechts)personen.

Artikel 6.De geldmiddelen van de Orde
1)Het boekjaar van de Orde loopt van 1 januari tot en met 31 december. De enkelvoudige financiële verantwoording omvat alle baten en lasten van het platform maar ook die van de zelfstandige kamers die geen eigen rechtspersoonlijkheid bezitten. De samengestelde financiële verantwoording omvat daarnaast ook de kamers die wel eigen rechtspersoonlijkheid bezitten.
2)Vóór de aanvang van het boekjaar stelt de ledenvergadering de enkelvoudige begroting van de Orde vast. Het bestuur dient daartoe een ontwerp-begroting in, vergezeld van een toelichting. Het ontwerp wordt door het bestuur, ten minste twee weken vóór de behandeling daarvan door de ledenvergadering, aan de leden toegezonden per post dan wel per e-mail, dit ter keuze van het bestuur.
3)Voor elk boekjaar benoemt de ledenvergadering uit de leden een accountant, die belast is met de controle op de financiële verantwoording, benevens een plaatsvervanger voor deze.
4)De accountant brengt binnen dertien weken na afloop van het betrokken boekjaar een verslag uit aan het bestuur.
5)Binnen vier maanden na afloop van het boekjaar doet het bestuur aan de ledenvergadering rekening en verantwoording over zijn in het boekjaar gevoerde bestuur, onder overlegging van zowel een enkelvoudige als samengestelde balans en staat van baten en lasten met toelichting en met een verklaring van de accountant daarover. Deze balans, de staat van baten en lasten, de toelichting en de verklaring van de accountant worden door het bestuur, ten minste twee weken vóór de behandeling daarvan door de ledenvergadering, aan de leden toegezonden.
6)De ledenvergadering stelt de enkelvoudige rekening vast. De vaststelling strekt tot décharge van het bestuur, behoudens in geval van later gebleken valsheid in bewijsstukken of andere onregelmatigheden. De samengestelde financiële verantwoording dient alleen ter informatie.
7)De Orde kan van haar leden jaarlijks een bijdrage heffen, waarvan het bedrag voor elk boekjaar afzonderlijk door de ledenvergadering bij verordening wordt vastgesteld. Het bedrag zal voor verschillende categorieën van leden niet verschillend kunnen zijn. Deze algemene jaarlijkse bijdrage dient er toe om de algemene kosten van de Orde te bestrijden.
8)De Orde kan van degenen die zijn ingeschreven in het register maar conform art. 2 lid 6 hebben aangegeven geen lid van de Orde te worden jaarlijks een bijdrage heffen ter bestrijding van de kosten van het bijhouden en publiceren van het register. Deze bijdrage zal niet hoger zijn dan de laagste contributiecategorie van leden van de Orde.
9)Naast deze algemene jaarlijkse bijdrage voor alle leden van de Orde, kunnen ook de Kamers afzonderlijke extra bijdragen vragen van hun leden. Voor zover een zelfstandige Kamer niet anders besluit zijn de vorige leden van dit artikel ook van toepassing op iedere zelfstandige Kamer.
10)Deze afzonderlijke extra bijdrage van de leden van een Kamer komt geheel ten goede aan de activiteiten van deze Kamer met uitzondering van een bedrag gelijk aan de algemene jaarlijkse bijdrage voor alle leden ter bestrijding van de algemene kosten van de Orde.

Artikel 7.Het register
1)Er is een register, waarin de personen worden ingeschreven die voldoen aan de daartoe bij verordening gestelde eisen.
2)In deze verordening worden personen die zijn of waren ingeschreven in het register van enig Ifac-lid of bij NOvAA, verondersteld te voldoen aan de gestelde eisen.
3)Personen die ingeschreven zijn of waren in het register van enig Ifac-lid, bij NOvAA of zijn toegelaten tot de wettelijke controle in lidstaten van de Europese Unie, worden ook verondersteld te voldoen aan de gestelde eisen mits ook de voorwaarden genoemd onder lid 7 b tot en met e van dit artikel worden vervuld en daarnaast een Verklaring omtrent het Gedrag kan worden overlegd en de inschrijver verklaart niet te zijn geschorst of geschrapt uit het betreffende register van enig Ifac lid of een register van toelating tot wettelijke controle.
4)Bij elke inschrijving worden in het register vermeld de naam, voornamen, geboortedatum en het adres van de betrokkene en de datum der inschrijving.
5)Bij elke doorhaling van een inschrijving wordt de datum der doorhaling vermeld. Met de doorhaling vervalt tegelijkertijd het lidmaatschap.
6)In geval van schorsing van een ingeschrevene worden vermeld de tijdstippen, waarop de schorsing aanvangt en eindigt.
7)De inschrijving wordt geweigerd:
a.indien de aanvrager niet voldoet aan de in de opleidingsverordening gesteld opleidingseisen;
b.indien de aanvrager ingevolge in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak in staat van faillissement verkeert of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is;
c.indien de aanvrager ingevolge in kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld;
d.indien de aanvrager ingevolge rechterlijke uitspraak is ontzet van het recht het accountantsberoep uit te oefenen;
e.indien gegronde vrees bestaat, dat de aanvrager inbreuk zal maken op wettelijke voorschriften, of dat zijn inschrijving uit anderen hoofde de eer van de stand van leden van de Orde zal schaden.
8)Het bestuur schrijft de aanvrager, te wiens aanzien tot inschrijving is beslist, binnen drie dagen in het register in. Het bestuur kan in individuele uitzonderingsgevallen op grond van de specifieke merites van de aanvrager zowel inschrijvingen toelaten als ook afwijzen.
9)Het bestuur haalt een inschrijving in het ledenregister door:
a.in geval van overlijden van de ingeschrevene;
b.op schriftelijk verzoek van de ingeschrevene;
c.indien de ingeschrevene in een der in lid 7 van dit artikel, genoemde omstandigheden is komen te verkeren;
d.ter tenuitvoerlegging van een daartoe strekkende tuchtrechtelijke maatregel;
e.indien een Ifac-lid of een toezichthouder op de wettelijke controle, een tuchtrechtelijke maatregel tot doorhaling van de gegevens van de ingeschrevene in het betreffende register, heeft opgelegd;
f.indien de ingeschrevene na de tenuitvoerlegging van een dwangbevel in gebreke blijft de jaarlijkse bijdrage te voldoen.
10)Zij die ingeschreven zijn in het register en ook lid zijn hebben het recht de aanduiding RMC of RCA als keurmerk van het OvRAN-lidmaatschap te voeren achter hun naam. Voorzover de verordening op de opleidingen niet anders bepaalt, hebben (ex)-leden van Nivra, resp. NBA, gerechtigd tot de titel RA, recht op de titel RMC en (ex)-leden van NOvAA resp. NBA gerechtigd tot de titel AA, recht op de aanduiding RCA voor zover zij ingeschreven zijn in het register en ook lid zijn. Indien zij uitgeschreven zijn uit het register vervalt dit recht gelijktijdig met het lidmaatschap van de Orde. Bij inschrijving in het register verklaart ieder lid zich bij voorbaat akkoord met een onmiddellijk opvraagbare boete van Euro 1.000 voor iedere keer dat aangetoond kan worden dat hij de titel RMC of RCA is blijven voeren na zijn uitschrijving uit het register.
11)In het register wordt ook aangetekend of en zo ja tot welke Kamer een lid behoort.

Artikel 8.Tuchtrechtspraak
1)De tuchtrechtspraak heeft ten doel het weren en beteugelen van misslagen van leden van de Orde in de uitoefening van hun beroep en van inbreuken op verordeningen van de Orde en op de eer van de stand. Het is de taak van het bestuur van de Orde daartoe raden van tucht te laten functioneren wanneer klachten tegen een lid worden ingediend. Bij een klacht zal het bestuur van de Orde wijzen op de mogelijkheid van mediation door een of meerdere leden uit bij voorkeur dezelfde Kamer als het betreffende lid om de financiële gevolgen zoals omschreven in onderdeel 12 van dit artikel te voorkomen. Ieder lid van de Orde is gehouden mee te werken aan het gestelde in dit artikel.
2)De tuchtrechtspraak wordt in eerste aanleg uitgeoefend door een of meer raden van tucht. Deze worden zoveel als mogelijk samengesteld uit leden van dezelfde Kamer als het lid waarover een klacht is ingediend. De tuchtrechtspraak in hoger beroep wordt uitgeoefend door zoveel mogelijk bestuursleden van de Kamer waartoe het lid behoort. Als voorzitter van de raad van tucht in eerste aanleg dan wel in hoger beroep wordt een jurist benoemd die geen lid is van de Orde. Aan de behandeling en de beslissing van tuchtzaken wordt op straffe van nietigheid van de beslissing deelgenomen door drie of vijf leden van de raad van tucht, onder wie de voorzitter of een plaatsvervangend voorzitter.
3)De raad van tucht neemt een tegen een lid van de Orde gerezen bezwaar in behandeling hetzij op een bij de raad ingediende klacht, hetzij op verzoek van het bestuur van de Orde, hetzij op verzoek van het bestuur van een Kamer van de Orde, hetzij ambtshalve. De raad van tucht geeft van het in behandeling nemen van een bezwaar onverwijld kennis aan het betrokken lid onder vermelding van het bezwaar.
4)Een lid van een raad van tucht kan zich verschonen en kan worden gewraakt, indien er te zijnen aanzien feiten of omstandigheden bestaan, waardoor in het algemeen de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden. Over de verschoning of wraking wordt door de overige leden van de raad zo spoedig mogelijk beslist. In geval van staking van stemmen is het verzoek tot wraking of verschoning toegestaan.
5)De raad van tucht beslist aangaande een tegen een lid gerezen bezwaar niet dan na verhoor, althans oproeping bij aangetekende brief, van het betrokken lid, benevens, indien de behandeling op klacht, dan wel op verzoek van het bestuur geschiedt, van de klager, onderscheidenlijk van het bestuur.
6) Het betrokken lid kan – tenzij de raad beveelt, dat hij in persoon zal verschijnen – zich ter terechtzitting doen vertegenwoordigen door een daartoe gemachtigde. Hij kan zich door een raadsman doen bijstaan. De raad kan weigeren bepaalde personen, die niet advocaat zijn, als gemachtigde of als raadsman toe te laten. Bij zodanige weigering houdt de raad de zaak tot een volgende zitting aan. Het betrokken lid en zijn raadsman worden in de gelegenheid gesteld tijdig van de processtukken kennis te nemen. De raad van tucht behandelt het bezwaar in een openbare zitting. De raad kan om gewichtige redenen beslissen dat de behandeling geheel of gedeeltelijk met gesloten deuren zal plaats vinden.
7)De raad van tucht kan getuigen en deskundigen oproepen en horen. Ten aanzien van de beëdiging van de getuigen is artikel 177 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing. De deskundigen zijn verplicht hun taak onpartijdig en naar beste weten te verrichten. Ten aanzien van de getuigen en deskundigen zijn de artikelen 217-219 van het Wetboek van Strafvordering van overeenkomstige toepassing. De getuigen en deskundigen ontvangen desverkiezende op vertoon van hun oproeping of dagvaarding schadeloosstelling, door de voorzitter van de raad te begroten overeenkomstig het bij of krachtens het Tarief van justitiekosten en salarissen in burgerlijke zaken bepaalde.
8)De beslissing van de raad van tucht aangaande een tegen een lid gerezen bezwaar is op straffe van nietigheid met redenen omkleed en wordt in het openbaar uitgesproken. De raad zendt van zijn beslissing onverwijld bij aangetekende brief afschrift aan het betrokken lid, en, indien naar aanleiding van een klacht is beslist, aan de klager, alsmede aan het bestuur.
9)In geval van doorhaling van een inschrijving in het register van de Orde blijft de betrokkene ter zake van handelingen en gedragingen, die gedurende de tijd, dat hij ingeschreven stond, hebben plaats gehad, aan de tuchtrechtspraak onderworpen.
10)Het berechtende college zal, indien het oordeelt, dat het tegen het betrokken lid gerezen bezwaar gegrond is, een der volgende maatregelen kunnen opleggen:
a)schriftelijke waarschuwing;
b)schriftelijke berisping;
c)schorsing als lid, voor ten hoogste zes maanden;
d)doorhaling van de inschrijving in het register.
11)Het berechtende college kan voorts bij zijn beslissing bepalen, dat deze, al dan niet met de gronden waarop zij berust, geheel of gedeeltelijk zal worden openbaar gemaakt. Het bepaalt daarbij tevens de wijze, waarop de openbaarmaking zal geschieden.
12)Het berechtende college kan voorts de klager of het betreffende lid veroordelen tot betaling van de proceskosten en de kosten van bijstand. Onafhankelijk daarvan kan ook het bestuur van de Orde of een Kamer besluiten tot kostenveroordeling. De klager verklaart zich bij voorbaat met kostenveroordeling akkoord bij het indienen van zijn klacht alvorens de klacht in behandeling wordt genomen en mediation door klager wordt afgewezen. De beklaagde heeft zich bij voorbaat akkoord verklaard met kostenveroordeling,ook bij mediation, door zijn inschrijving in het register.
13)In alle gevallen zal een door het bestuur ingestelde commissie contact opnemen met het betreffende lid over de mogelijkheden en maatregelen wenselijk of noodzakelijk om herhaling van een dergelijke klacht te voorkomen.
14)De maatregel van schorsing brengt mede verlies, voor de tijd dat de maatregel van kracht is, van het recht de titels van de Orde of de Kamer te voeren. De maatregel van schorsing gaat in bij het onherroepelijk worden van de beslissing of op zodanig tijdstip nadien als in de beslissing is bepaald.
15)Tegen een beslissing van de raad van tucht in eerste aanleg aangaande een tegen een lid gerezen bezwaar kan binnen twee maanden na de dag van verzending van de aangetekende brief met haar vonnis, beroep worden ingesteld bij raad van tucht in hoger beroep door a. het betrokken lid, indien het bezwaar geheel of gedeeltelijk gegrond is verklaard; b. door de klager, indien zijn bezwaar geheel of gedeeltelijk ongegrond is verklaard; c.door het bestuur van de Orde of een zelfstandige Kamer.
16)Het bestuur van de Orde is bevoegd om, gehoord het advies van de klachtencommissie, zelfstandig en ongeacht het oordeel van het berechtende college te bepalen of de beslissing van het berechtende college al dan niet met de gronden waarop zij berust, geheel of gedeeltelijk zal worden openbaar gemaakt.
17)Het bestuur van een Kamer is bevoegd het betreffende lid te schrappen uit het register van de betreffende Kamer.
18)Het bestuur van de Orde draagt zorg voor de tenuitvoerlegging van de maatregelen van schriftelijke waarschuwing, van schriftelijke berisping en van doorhaling van de inschrijving in het register en eventuele openbaarmaking. De tenuitvoerlegging en de openbaarmaking geschieden niet voordat de beslissing onherroepelijk is geworden.

Dit reglement van de Orde kan worden aangehaald als “Ordereglement OvRAN”.